Koninginnedag 2013

Er is geen grootsheid. In deze tijd, waarin we kunnen overzien hoeveel mensen er zijn op de wereld, beseffen we ons dat wanneer wij als individu ons potentieel niet waarmaken, we niet onze plek innemen en onze bijdrage leveren, er genoeg anderen zijn die die plek voor ons invullen. Wellicht niet omdat zij op hun beurt daarmee hun eigen potentieel waarmaken, maar gewoonweg omdat ze daar zijn, op dat moment.
Het is zo rustgevend om te denken dat onze acties van invloed zijn op de wereld om onsheen. We willen zijn, als de wind die bomen omblaast, vuren dooft en vlag en wimpel laat wapperen. Maar in realiteit is ook de wind niets meer dan een tijdelijk zuchtje. De bladeren in de bomen ruisen dan wel, maar zodra de wind gaat liggen, komt hun originele vorm weer terug. De vlag wappert omdat hij vastzit aan een stok en het vuur wordt vaker aangewakkerd dan dat hij dooft. Nooitsteekt de wind een vuur aan, uit zichzelf. Het kan een katalysator zijn, ietsdat mogelijkheden creeërt. Maar ook zonder zwaartekracht en de stok, zou die vlag nooit wapperen. Maakt dat de wind overbodig? Maakt dat een mens, een individu van vlees en bloed, zoals ik, overbodig?
Wanneer ik mezelf verplaats in het gedruis der mensenmassa, hoop ik het. Ik hoop dat de mens overbodig is, dat het niet allemaal afhangt van het zooitje ongeregeld dat zijn plezier tegenwoordig haalt aan het zich laveloos drinken, hossen op muziek diebezingt dat het vanavond maar een mooie avond mag zijn. Als alles betekenisloos is geworden, blijft immers enkel het moment.
Misschien moeten we de filosofen de schuld geven. Niet misschien, hoogstwaarschijnlijk. Ze baanden de weg om alle waarden die van buitenaf worden opgelegd ver van ons wegte schuiven en lieten ons achter met een immense leegte. Die niet wordt gevoeld, wanneer je hem vol laat lopen met alcohol en andere oppervlakkigheden. Of met traditie.
Koninginnedag 2013, de dag waarop officieel de abdicatie van Koningin Beatrix werd voltrokkenen de inhuldiging en verwelkoming van de nieuwe Koning Willem, vooralsnog gewoon bekend als Willem-Alexander. Interessant daarbij was de mengeling van traditie en vernieuwing. De voorzitter van de Eerste Kamer sprak over het begin van een nieuw tijdperk. Maar de hele toestand was toch voornamelijk een ceremonie. Als alles al in de grondwet geregeld is, waarom zou die ene wet danop deze dag moeten worden bevestigd, door de Koning én door het volk. (Want dat volksvertegenwoordigers die belofte of eed afleggen, betekent dat het volk deze aflegt.) Als dit werkelijk een onderdeel is van het in werking treden en betekenis krijgen van die wet, waarom moeten we dan niet allemaal zo’n eed aande gehele grondwet afleggen? Bijvoorbeeld als we achttien jaar worden. Of elke keer als we willen stemmen, of als we belasting betalen. We voltrekken dan immers onze plicht als onderdaan, als inwoner, als burger van ons land.
Nee, de ceremonie was traditie. Net zoals de titel ‘Koningin’ die Maxima draagt enkel en alleentraditie en dusdanige waarde met zich meedraagt. Getuige het aantal oranje geklede mensen, het minieme groepje Republikeinen die zich genoodzaakt ziet zich te verzetten tegen deze klucht, zijn wij Nederlanders het hier mee eens. We houden van traditie, want het voorziet ons met een invulling van ons lege bestaan. Er is een Koning, die zijn onderdanen bijstaat in tijden van nood enblijdschap, die verbindend optreedt, en ons duidelijk kan zeggen dat we ons best moeten doen om saamhorig te zijn, zonder dat dit een politiek manifest wordt waarover door verschillende partijen gebekvecht moet worden.
Ik ben niet tegen het Koningshuis. Noch ben ik er voor. Wél ben ik voor eerlijkheid over de stand van de samenleving. Er is geen sprake van een nieuw tijdperk, wat betreft een verandering in besef onder mensen. Er is een crisis die veroorzaakt wordt doorde falende instituties in de wereld, maar de mensen laten nog altijd deverantwoordelijke instanties hun eigen probleem oplossen. Dat nieuwe tijdperk is zeker wel onderweg, tenminste, dat is de laatste strohalm waaraan ik mevasthoud. Maar hij is zeker niet ingeluid door een Koning die zijn eerste toespraak grotendeels vulde met ideeën over zichzelf en hoe uniek hij gaat zijn. Zolang mensen, en koningen, zich daarmee bezighouden, zijn we nog eenheel eind verwijderd van dat nieuwe tijdperk.