Een onmogelijk verslag van de aanschouwing van twee toneelstukken samengebracht op één avond. Zonder spoilers, aangezien iedereen deze stukken voor zichzelf moet gaan bekijken.
Afgelopen woensdag mocht ik twee juweeltjes aanschouwen, op het toneel gezet door Toneelgroep Amsterdam onder leiding van Ivo van Hove. Twee filmscripts van Ingmar Bergman, twee existentiële drama’s over identiteit, leugen en waarheid, levenskeuzes en verlies. Twee zeer verschillende en opmerkelijk overeenkomstige voorstellingen, met daartussen een pauze.
Het beoordelen van de ervaring van een toneelstuk is niet eenvoudig, zeker niet wanneer je al heel wat gewend bent van een groep acteurs onder leiding van dezelfde regisseur. Zeker niet wanneer het materiaal waar ze mee aan de slag gaan al zo’n eigen kracht bezit, dat het niet altijd mogelijk is het verhaal, de getoonde emotie en de ervaring als publiek te kunnen scheiden. Wat overigens al aangeeft dat het een top-prestatie is. Wanneer je vergeet dat er gespeeld wordt, wanneer het gestileerde werkelijkheid wordt, wanneer realiteit improvisatie wordt, dan heb je te maken met kunst. Toneelgroep Amsterdam verstaat die kunst buitengewoon. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de zaal niet afgeladen vol zit.
Vaak beoordelen mensen een toneelstuk naar het aantal reprises (dit stuk is nog te zien tot 18 januari!), hoe snel mensen gaan staan klappen, hoe vaak de spelers terug het toneel op worden geroepen. Achteraf. Maar soms weet je al direct dat je ergens mee te maken hebt waarbij je het liefst je adem anderhalf uur inhoudt. Dat je hart sneller gaat kloppen, dat je de mensen om je heen ook op het puntje van hun stoel ziet zitten.
Maar de beste beoordeling vind ik toch zelf het moment dat je temidden van het publiek staat, buiten de zaal, jassen aantrekkend, wachtend op iemand die naar het toilet moet. Dat je mensen de verstilling hoort doorbreken en hen ziet worstelen, op zoek naar woorden. Of eigenlijk: ze niet ziet worstelen. Want de reactie van de doorsnee mens is vrijwel altijd identiek. ‘Mooi.’ ‘Prachtig.’ ‘Wat waren ze goed, hé’, naarstig op zoek naar instemming van hun wederhelft. Het gevoel van misselijkheid en pijn dat zich op zulke momenten van mij meester maakt, het gevangen zijn in de ervaring van een stuk en geconfronteerd te worden met de onkunde van een taal om zo een ervaring onder woorden te brengen. Hoe meer pijn ik op zulke momenten ervaar, hoe beter het stuk. En zelden heb ik meer behoefte gehad om iedereen tot stilte te vermanen, te smeken om bezinning, om niet te praten over trams of logistiek. Het liefst was ik gevlucht, struinend door een stad die nooit meer hetzelfde zou zijn, de zachte nacht die zich als een geruststellende entiteit omarmde, ons, het publiek dat was opgeschrikt uit de duffe doordeweeksheid van het leven.
Misschien vraag ik te veel van mijn medemensen. Maar het is de uitnodiging van de ervaring van goed toneel, voor iedereen die deze durft aan te nemen. Want trams rijden altijd wel. Maar Na de Repetitie & Persona zijn enkel momenten. Het openbreken van het alledaagse, scheppingen waar je bij moet zijn.
2 reacties op “Optekening van een ervaring: Na de Repetitie & Persona (Toneelgroep Amsterdam)”
[…] ***** Theatre “Na de Repetitie / Persona” (Ingmar Bergman) door Toneelgroep Amsterdam: hier. […]
Hear!