Toneelgroep De Hollanders & Arthur Japin. Een gouden combinatie, leek mij. Dus met een hoop verwachtingen stapte ik de zaal binnen. Arthur Japin behoort immers mijns inziens tot de beste schrijvers uit Nederland, zijn “Schitterende Gebrek” ontbreekt nog altijd niet in mijn persoonlijke top-10. (Note to self: Goed om eens die persoonlijke top-10 op te maken en te reviewen… maar dat is voor later.)
En De Hollanders, een redelijk jong – in elk opzicht – gezelschap, dat actief samenwerking zoekt met schrijvers om nieuwe Nederlandse stukken op de planken te brengen: dat vind ik een uitstekend initiatief waar ik graag een kaartje voor koop. Hoewel dat geen zoden aan de dijk zet, waarschijnlijk, gezien de zeer lege zaal.
Het eerste stuk van De Hollanders werd enorm bejubeld indertijd en ik ben het toen ook gaan bekijken. Van de hand van Arnon Grunberg, een stuk over militairen die gestationeerd waren in Afganistan, terugkomen en het onbegrip van alle betrokkenen inclusief zijzelf, over het leven en de omstandigheden waarin mensen zich tamelijk toevallig bevinden.
Dit nieuwe stuk, Absinthe, bevalt mij een stuk beter. Er is niet overduidelijk gezocht naar een thema dat nu speelt onder de mensen (en gelukkig maar! Wanneer we eindelijk Nederlandse toneelstukken willen neer kunnen zetten, ook internationaal, zullen die zeker vijftig jaar moeten kunnen overleven…). En echt een stuk geschreven door een schrijver, met prachtige dialogen en gedurfde monologen.
Vooral de openingsscene zal me nog een hele tijd bijblijven. In wezen een monoloog van een groep, de Tachtigers, onder prachtige regie van Gerardjan Rijnders. In rap tempo situeren ze zichzelf en hun idealen, hun doelen, hun leven. Ze zeggen ronduit waar het op staat: ze kunnen zich niet meer vereenzelvigen met een culturele elite die de groei van jongeren die uit het keurslijf willen, probeert te verhinderen. Kippenvel. Echt prachtig.
Maar dan volgt een verhaal over een vrouw, betrokken bij de groep Tachtigers, die uiteindelijk zelfs door die groep idealisten wordt teruggehouden. Hoewel het een prachtig thema is, en de vondsten en het spel heel uniek, gaat het maar door en door en verlies je als publiek niet meer uit het oog dat het een toneelstuk is waar je naar zit te kijken. Een verhaaltje wordt opgevoed.
Komt dat, doordat de jonge acteurs zelf dat gevecht niet genoeg hebben geleverd of leveren, tegen die gevestigde elite, de heersende moraal? Zitten ze teveel vast in het keurslijf van het moderne toneel, dat er wat bloot en wat spektakel in moet zitten om iedereen tevreden te stellen. Zoeken ze naar oplossingen voor hun bestaansrecht door zich te laten sponsoren – ten koste van hun vrijheid te scheppen wie ze zelf zijn? En is het daarom niet meer dan een verhaal over een vrouw die hetzelfde overkwam, honderd jaar geleden, maar die wél de keuze voor zichzelf kon en durfde te maken?
Goede vragen, mooie teksten, geweldig spel en goede regie. Allemaal redenen om te gaan kijken naar Absinthe van De Hollanders. En dat je uiteindelijk met vragen achterblijft, misschien is dat maar goed ook.
Gezien in Theater Kikker, 6 november 2013.